Mutaties begrotingssaldo in de Kadernota 2024-2027
Onderstaand overzicht geeft de mutaties in het begrotingssaldo weer ten opzichte van de meerjarenraming van de Voorjaarsnota 2023. Per saldo is er op basis van deze mutaties sprake van een daling van het begrotingssaldo in 2024 met € 2,2 mln. Het begrotingssaldo voor jaarschijf 2024 komt daarmee op € 25,3 mln (voordelig) en is er dus sprake van een begrotingsoverschot.
Overzicht
(bedragen x € 1 mln) | Nieuwe collegeperiode | ||||||||||||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2036 | 2037 | 2038 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Mutaties eerdere P&C producten | ||||||||||||||||
1 | Begrotingssaldo tot en met de Voorjaarsnota 2023 | -26,6 | 27,5 | 17,8 | -1,5 | -27,4 | -45,4 | -47,6 | -50,9 | -55,4 | -58,2 | -58,1 | -57,9 | -57,2 | -52,2 | -52,8 | -49,5 |
Totaal A: Begrotingssaldo t/m Voorjaarsnota 2023 | -26,6 | 27,5 | 17,8 | -1,5 | -27,4 | -45,4 | -47,6 | -50,9 | -55,4 | -58,2 | -58,1 | -57,9 | -57,2 | -52,2 | -52,8 | -49,5 | |
B | Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland | ||||||||||||||||
1 | 2.1 Verlagen structureel onderzoeksbudget Verkeer en vervoer t.b.v. dekking kapitaallasten investeringskrediet 'Reservering compensatie stikstofdepositie projecten' à € 15 mln. | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | ||||
2 | 2.2 Verlagen exploitatiebudget beheer & onderhoud (i.v.m. niet-overdragen N468) t.b.v. dekking kapitaallasten krediet à € 35 mln. | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | |||
3 | 2.2 Steekterbrug: verlagen exploitatiebudget t.b.v. dekking investeringskrediet à € 3,8 mln. | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | ||||
Totaal B: Ontwikkelingen binnen de ambities | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,2 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | |
C | Algemene middelen | ||||||||||||||||
Autonome ontwikkelingen | |||||||||||||||||
1 | 9.1 Ontwikkelingen motorrijtuigenbelasting | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
2 | 9.1 Mei circulaire 2023 | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Resterende ontwikkelingen | |||||||||||||||||
3 | 9.1 Vrijval uit reserve Mobiliteit ter dekking van toekomstige afschrijvingslasten i.v.m. kredietverhoging project HOV HWGO | 0,2 | |||||||||||||||
4 | 9.1 Aanpassen stelpost prijscompensatie | 0,0 | -3,8 | -7,9 | -8,7 | -5,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 | -19,6 |
5 | 9.1 Aanpassen stelpost looncompensatie | 0,0 | -1,3 | -3,8 | -4,7 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 | -5,0 |
6 | Kapitaallasten (rente) | 0,0 | 3,0 | 2,1 | 3,0 | 2,8 | 2,5 | 2,9 | 3,8 | 4,2 | 4,2 | 4,1 | 3,7 | 2,9 | 1,8 | 1,1 | 0,5 |
7 | Kapitaallasten (afschrijvingen) | 0,0 | -0,2 | -0,8 | 0,3 | 1,9 | -2,2 | -2,8 | -3,0 | -3,3 | -3,3 | -3,5 | -3,4 | -3,6 | -2,9 | -2,9 | -3,8 |
8 | Effect kapitaallasten activeren projectdelen programma RijnlandRoute | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Totaal C: Ontwikkelingen binnen algemene middelen | -2,2 | -10,5 | -10,1 | -5,8 | -24,3 | -24,4 | -23,7 | -23,6 | -23,7 | -24,1 | -24,3 | -25,3 | -25,6 | -26,3 | -29,6 | ||
Totaal (B+C) mutatie op begrotingssaldo | -2,2 | -10,5 | -8,9 | -4,0 | -22,5 | -22,6 | -21,9 | -21,8 | -21,9 | -22,3 | -22,5 | -23,5 | -23,8 | -24,5 | -27,8 | ||
Begrotingssaldo ná Kadernota 2024 Totaal (A+B+C) | -26,6 | 25,3 | 7,4 | -10,4 | -31,5 | -67,8 | -70,3 | -72,8 | -77,2 | -80,1 | -80,4 | -80,4 | -80,7 | -76,0 | -77,3 | -75,5 |
Toelichting
A: Mutaties eerdere P&C-producten
A1. Dit is het begrotingssaldo inclusief de (meerjarige) mutaties die in de Voorjaarsnota 2023 zijn opgenomen.
B: Ontwikkeling binnen de ambities
B1. Beleidsdoel 2-1 Verlagen structureel onderzoeksbudget verkeer en vervoer t.b.v. investeringskrediet
In verband met de aangescherpte regels rondom stikstofdepositie is duidelijk geworden dat veel projecten extra kosten gaan maken voor onderzoek en compenserende maatregelen, waardoor tekorten kunnen ontstaan. Daarom wordt in het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) € 15 mln aan investeringskrediet apart gezet als nieuwe strategische reservering. Om de toekomstige afschrijvingslasten te dekken wordt het exploitatiebudget voor verkeer en vervoersbeleid structureel verlaagd met € 0,5 mln per jaar.
De structurele verlaging wordt toegevoegd aan het begrotingssaldo.
B2. Beleidsdoel 2-2 Verlagen exploitatiebudget beheer & onderhoud i.v.m. niet overdragen N468
Voor de N468 was afgesproken deze na uitvoering van het onderhoudsproject over te dragen aan de gemeente Midden-Delfland. Echter, de gemeente heeft ervan afgezien deze weg in beheer te nemen . Daarmee gaat de overdracht niet door. Dit heeft effect op de financiële dekking van de onderhoudsmaatregelen. Voor de overdracht kwam eerder alles ten laste van de exploitatie, nu mag een groot deel van de maatregelen worden geactiveerd (als investeringskrediet). Bij deze Kadernota wordt dit financieel verwerkt. Dit betekent dat vanaf 2026 structureel ca. € 1,2 mln per jaar aan de exploitatiemiddelen voor beheer en onderhoud vrijvalt naar het begrotingssaldo om de toekomstige extra kapitaallasten te dekken. Deze vrijval komt overeen met een eenmalige toevoeging in 2025 van € 35 mln aan investeringskrediet voor beheer en onderhoud.
B3. Beleidsdoel 2-2 Verlagen exploitatiebudget beheer & onderhoud Steekterbrug i.v.m. investeringskrediet
In bijlage 3 'Wijzigingen Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland' is in 4.1.2. Beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer toegelicht dat in het project Vervanging Steekterbrug een vaste in plaats van een beweegbare brug wordt gebouwd. Dit is onderdeel van de eerder gecommuniceerde noodzakelijke versoberingen om de kosten voor het project binnen het gestelde krediet te houden. Een deel van de toekomstige structurele lasten voor beheer en onderhoud wordt ingezet om de prijsindexatie op te vangen. Dit is mogelijk omdat een vaste brug goedkoper is om te onderhouden dan een beweegbare. De beheer- en onderhoudslasten nemen jaarlijks met € 0,3 mln af. Hiervan wordt € 0,1 mln per jaar omgezet naar investeringskrediet van € 3,8 mln.
C: Algemene middelen
C1. Algemene dekkingsmiddelen - Ontwikkelingen motorrijtuigenbelasting
In de Voorjaarsnota 2023 is de actualisatie opgenomen van de verwachte ontwikkeling van opbrengsten uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting (mrb). Daarin is reeds rekening gehouden met de indexatiepercentages die in deze Kadernota zijn opgenomen in de tabel in het onderdeel 'Grondslagen '. In de Voorjaarsnota is verder toegelicht dat er voor de jaren 2025 en verder rekening mee wordt gehouden dat de huidige vrijstelling op elektrische auto's vervalt. Dat verklaart voor die jaren ook de hogere groei in de verwachte opbrengsten van de opcenten. Bij de behandeling van de Begroting 2024 wordt het definitief te hanteren indexatiepercentage voor 2024 door Provinciale Staten vastgesteld. Ook eventuele effecten qua omvang belastingcapaciteit (aantal auto's) op basis van de Meicirculaire 2023 worden dan daarin verwerkt.
C2. Algemene dekkingsmiddelen - Meicirculaire 2023
De Meicirculaire 2023 wordt pas gepubliceerd nadat deze Kadernota al naar Provinciale Staten is gestuurd. De financiële effecten vanuit deze circulaire zijn bij het opstellen van deze Kadernota nog niet bekend en zullen verwerkt worden in de Begroting 2024 en de Najaarsnota 2023. Op basis van de Voorjaarsnota 2023 van het Rijk is onze verwachting dat dit licht positief is voor de uitkering die we ontvangen vanuit het provinciefonds. De definitieve effecten zijn echter pas bekend na publicatie van de Meicirculaire en zullen dan, zoals gebruikelijk, via een separate GS-brief met de Staten gedeeld worden.
C3. Algemene dekkingsmiddelen - Vrijval uit reserve Mobiliteit i.v.m. kredietverhoging project HOV HWGO
De scope van het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Hoeksche Waard/Goeree-Overflakkee (HOV HWGO) blijkt hoger te zijn dan eerder ingeschat (toevoeging halte Vrouwehuisjesweg). Voor deze projectontwikkeling wordt voorgesteld om € 0,15 mln toe te voegen aan het investeringskrediet. De toekomstige afschrijvingslasten worden gecompenseerd door een vrijval in 2024 (verwachte jaar van oplevering van het project) uit de reserve Mobiliteit ten gunste van het begrotingssaldo.
C4. Algemene dekkingsmiddelen - Aanpassen stelpost prijscompensatie
De stelpost prijscompensatie is bedoeld om toekomstige prijsstijgingen op te kunnen vangen. In het onderdeel 'Grondslagen ' is een nadere toelichting opgenomen op de gehanteerde indexatiepercentages voor de komende jaren. Die percentages zijn meerjarig iets hoger dan waar in de vorige begroting meerjarig mee is gerekend en leidt daarom tot een ophoging van deze stelpost. Het jaar 2028 is nieuw toegevoegd ten opzichte van de meerjarenraming van de vorige begroting (die tot 2027 liep), en leidt daarom tot een hogere toename.
C5. Algemene dekkingsmiddelen - Aanpassen stelpost looncompensatie
De stelpost looncompensatie is bedoeld om toekomstige loonstijgingen op te kunnen vangen. Die kunnen bestaan uit cao-effecten en sociale werkgeverslasten. In het onderdeel 'Grondslagen ' is een nadere toelichting opgenomen op de gehanteerde indexatiepercentages voor de komende jaren. Die percentages zijn meerjarig iets hoger dan waar in de vorige begroting meerjarig mee is gerekend en leidt daarom tot een ophoging van deze stelpost.
C6 en C7. Kapitaallasten (rente en afschrijvingen)
Door de verschuiving van de investeringen in de tijd (inclusief de verwerking van de onderuitputting op de investeringen 2022) wijzigen de afschrijvings- en rentelasten in het meerjarenperspectief. Op basis van de renteverwachtingen van de grootbanken zijn de verwachte rentetarieven voor nieuwe leningen op de korte termijn verhoogd en na 2025 verlaagd ten opzichte van verwachtingen in de huidige meerjarenbegroting. In combinatie met de verwerking van de onderuitputting in 2022 vallen de begrote rentelasten lager uit en wijzigen de afschrijvingen door de jaren heen. Dekking ten gunste van het begrotingssaldo en daarmee van de Algemene Reserve.
C8. Effect kapitaallasten activeren projectdelen programma RijnlandRoute
Het programma RijnlandRoute bestaat uit 3 deelprojecten, die samen zorgen voor de verbetering van de verbindingen tussen de Rijkswegen A4 en A44 en de provinciale N206 en daarmee de bereikbaarheid in Holland – Rijnland verbeteren. Het eerste deelproject N434 is in 2017 gegund en voor circa 90% gereed, het tweede deelproject Tjalmaweg is in 2019 gegund en wordt in de loop van 2023 afgerond en het derde deelproject Europaweg gaat over naar de uitvoeringsfase (planuitwerking - realisatiebesluit). Daarvoor is het formele aanbestedingsproces begin 2023 gestart. Het betreft een programma met veel belanghebbenden, afstemming met aanpalende wegbeheerders (vooral Rijkswaterstaat) en financiële bijdragen van derden. Hierdoor ontstaat een grote dynamiek, die ook zijn weerslag heeft op het programmakrediet (uitgaven en inkomsten).
In de huidige meerjarenraming zijn de kapitaallasten van de N434 en de Tjalmaweg opgenomen vanaf 2025 en van de Europaweg vanaf 2027. Dit is steeds het jaar na de verwachte gereedmelding van het project. Echter, het deelproject Tjalmaweg is in 2023 reeds in gebruik genomen. We verwachten ook dat de aansluitingen met de A4 en de A44, die onderdeel zijn van het hoofdcontract N434, in 2023 in gebruik worden genomen. Hiervoor geldt dus dat de ingebruikname datum eerder is dan de gereedmelding van het project. Ingebruikname van een activum leidt ook tot slijtage en dat moet tot uitdrukking worden gebracht via activering en het verantwoorden van afschrijvingslasten. In aanloop naar de Begroting 2024 wordt dit financiële effect in beeld gebracht en alsdan verwerkt in de begroting. In die analyse zal ook worden betrokken of de huidige afschrijvingstermijnen die in de financiële verordening zijn opgenomen voldoende aansluiten bij de verwachte levensduur van de ondergrondse tunnel van de N434.