Home

Bijlagen

3.3 Provinciale mobiliteitsambitie in relatie tot beschikbare middelen

Een groot deel van de beschikbare middelen in de begroting voor Bereikbaar Zuid-Holland liggen vast vanwege langjarige contracten voor beheer- en onderhoud en openbaar vervoerconcessies. Deze contracten zijn op de korte termijn niet te beïnvloeden. Daarnaast gaat een deel van het budget op aan kapitaallasten (rente en afschrijving over een termijn van gemiddeld 30 jaar) als gevolg van reeds gedane investeringen in infrastructuur. Het overige exploitatiebudget is grotendeels gereserveerd voor lopende projecten en programma’s op basis van bestuurlijke afspraken, overeenkomsten en besluiten van GS en PS. Voor de inzet wordt allereerst gekeken naar wat moet (wettelijke taken zoals beheer en onderhoud en openbaar vervoer concessies) en daarna pas naar wat mogelijk kan binnen bestaande juridische verplichtingen (projecten in uitvoering), bestuurlijke afspraken (projecten in voorbereiding) en besluiten van PS (beschikbaar gestelde middelen, scope, moties en amendementen).

De nog uit te geven investeringsmiddelen voor infrastructuur t/m 2039 zijn volledig gereserveerd voor toekomstige projecten (aanleg en verbetering en vervanging bestaand areaal), tegenvallers en prijsontwikkeling. De keuzeruimte met betrekking tot nieuwe aanleg en verbetering van infrastructuur is daarmee beperkt tot het heroverwegen van lopende projecten (zover nog mogelijk) en bestaande reserveringen voor toekomstige projecten en bijdragen. Ook hiervoor geldt dat gekeken dient te worden wat mogelijk is binnen bestaande juridische verplichtingen (projecten in uitvoering), bestuurlijke afspraken (projecten in voorbereiding) en besluiten van PS (beschikbaar gestelde middelen, scope, moties en amendementen).

Voor Bereikbaar Zuid-Holland is de inschatting dat er meer middelen nodig zijn om de huidige programma's en projecten op een gelijk niveau uit te blijven voeren. Dit komt door externe ontwikkelingen, zoals stikstof en de hoge inflatie, waardoor projecten lastiger uit te voeren zijn tegen meer kosten. Daarnaast lopen een aantal investeringsprogramma’s af (bijvoorbeeld fiets) terwijl er nog veel opgaven zijn maar geen vrije middelen om deze programma’s voort te zetten. Ook zijn er lopende programma’s o.a. verkeersveiligheid en duurzaamheid waar beperkt middelen beschikbaar zijn, waardoor geen nieuwe projecten kunnen worden gestart.
De uitdagingen waar het openbaar vervoer mee te maken heeft: achterblijvende reizigersaantallen, hoge energieprijzen, stijgende personeelskosten en –tekorten zorgt ervoor, dat we met de beschikbare middelen minder vervoer en minder kwaliteit kunnen aanbieden. Daarnaast hebben we ook nieuwe inzichten over de toestand van onze infrastructuur en op welke termijn onderhoud en vervanging nodig is.
Uit deze nieuwe inzichten blijkt dat er extra kosten zijn om het beheer en onderhoud (met name vervanging) op niveau te houden.

Concreet betekent dit, dat bij het overgaan van projecten naar de initiatieffase nadrukkelijker gekeken dient te worden in hoeverre de uitvoering in de toekomst haalbaar is.

Deze pagina is gebouwd op 07/11/2023 07:03:18 met de export van 07/11/2023 06:55:47