Bijlagen

4.2.1 Beleidsprestatie 2-2-1 Goed functionerende provinciale infrastructuur

Om het beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur op het gewenste kwaliteitsniveau te kunnen uitvoeren, zijn structureel voldoende financiële middelen en personele capaciteit nodig. Het betreft een wettelijke taak. Het streven is om maximale maatschappelijke waarde te creëren voor de gebruikers en de omgeving, tegen aanvaardbare kosten en risico’s. De maatschappelijke waarde richt zich op beschikbaarheid, veiligheid en omgevingshinder. De gewenste maatschappelijke waarde en de bijbehorende budgetbehoefte (kosten) worden elke vier jaar geactualiseerd en vastgesteld via de Nota Onderhoud Kapitaalgoederen (NOK).

Een deel van de provinciale assets bereikt binnenkort het einde van de technische levensduur. Om deze bestaande infrastructuur (met name vaarwegoevers en wegfunderingen) te kunnen vervangen ontstaat er een eenmalig tekort van € 75 mln aan investeringskrediet (structurele kapitaallasten € 2,5 mln per jaar). GS hebben de Staten in februari hierover geïnformeerd . Dit tekort is onvermijdbaar (vervanging kunnen we wel uitstellen maar niet afstellen) en valt niet volledig op te lossen binnen de beschikbare beheer- en onderhoudsmiddelen. Op de korte termijn zullen PS besluiten over de nieuwe NOK en de wijze waarop dit eenmalige tekort wordt aangevuld. Dit kan door middel van de heroverweging van middelen binnen de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland of door inzet van algemene middelen (begrotingssaldo).

De sturing van investeringskredieten voor beheer en onderhoud vindt plaats op programmaniveau. Bij de jaarrekening 2022 is toegelicht dat de activering van een aantal projecten in 2022 niet is gerealiseerd en wordt doorgeschoven naar een later jaar. Ten behoeve van de Voorjaarsnota 2023 is het programma beheer en onderhoud opnieuw doorgerekend. Daarbij is vastgesteld dat de door Provinciale Staten voor 2023 beschikbaar gestelde investeringskrediet voor het activeren van projecten in het onderhoudsprogramma voldoende is. Dit komt doordat een aantal projecten uit 2022, zoals steunpunt Coenecoop en N470, worden geactiveerd in 2023, maar dat tegelijk ook projecten die gepland stonden voor activering in 2023 doorschuiven naar 2024, het betreft onder andere het onderhoud aan de N231 en de Zoetwaterkanaalbrug. De niet geactiveerde investeringskredieten 2022 worden toegevoegd aan de voor het onderhoudsprogramma noodzakelijke investeringskredieten 2024 en verder. Projecten binnen het onderhoudsprogramma kunnen wel worden uitgesteld maar niet worden afgesteld. Vervangingsonderhoud blijft immers noodzakelijk om het areaal op het gewenste niveau te laten functioneren.

Voor de N468 was afgesproken deze na uitvoering van het onderhoudsproject over te dragen aan de gemeente Midden-Delfland. Echter de gemeente heeft afgezien van het in beheer nemen van deze weg. Daarmee gaat de overdracht niet door. Dit heeft effect op de financiële dekking van de uit te voeren onderhoudsmaatregelen. Voor de overdracht kwam eerder alles ten laste van de exploitatie, nu mag een groot deel van de maatregelen worden geactiveerd (als investeringskrediet). Bij deze Kadernota wordt dit financieel verwerkt. Dit betekent dat vanaf 2026 structureel ca. € 1,2 mln per jaar aan de exploitatiemiddelen voor beheer en onderhoud vrijvalt naar het begrotingssaldo om de toekomstige extra kapitaallasten te dekken. Deze vrijval komt overeen met een eenmalige toevoeging in 2025 van € 35 mln aan investeringskrediet voor beheer en onderhoud. In verband met deze aanpassing wordt ook voorgesteld om de in de reserve Bereikbaarheid bestemde middelen voor dit project van € 7,4 mln over te brengen naar de egalisatiereserve Beheer en Onderhoud.

Zoals geschreven in paragraaf 4.1 wordt het investeringskrediet voor de Steekterbrug verhoogd met € 3,8 mln. Dekking voor dit krediet is gevonden door een deel van de toekomstige structurele lasten voor beheer en onderhoud (€ 0,1 mln per jaar) vanaf 2027 om te zetten naar investeringskrediet. Dit is mogelijk omdat een vaste brug goedkoper is om te onderhouden dan een beweegbare brug.

Bij de verwerking van de realisatie investeringskredieten 2021 in de Voorjaarsnota 2022 / Kadernota 2023 is abusievelijk de realisatie zowel verrekend met de beschikbare kredieten voor aanleg en verbetering als voor beheer en onderhoud. Dit had enkel aanleg en verbetering moeten zijn. Hierdoor is ten onrechte € 3,2 mln aan investeringskrediet vrijgevallen vanuit het onderhoudsprogramma. Deze administratieve fout wordt nu gecorrigeerd.

Tabel 17: Overzicht wijzigingen investeringen beheer en onderhoud

Tabel 18: Overzicht wijzigingen exploitatie beheer en onderhoud